Harbrinkhoekers over de IJssel

 

Onze plaatsgenoot Sander Scholten heeft zijn stage op Bali afgerond, op deze pagina doet hij verslag van zijn reis over de IJssel.

 

5 maanden op Bali

 

Afgelopen periode van augustus 2010 t/m januari 2011 ben ik voor mijn studie samen met 2 Nederlandse klasgenoten op Bali geweest. Het waren er paar geweldige maanden in een compleet andere wereld!

Toen we de aankomsthal op het vliegveld in Denpasar op Bali uitliepen kwamen we voor de eerste keer in aanraking met de tropische temperaturen, een warme, klamme en vochtige lucht kwam ons tegemoet. Na 2 minuten met de koffers lopen richting de taxi op de parkeerplaats stond mijn rug al helemaal blank van het zweet. We kwamen bij een taxi die in Nederland niet meer door de APK zou komen maargoed die bracht ons wel in 3 uur naar ons huis in Singaraja aan de andere kant van het eiland. De eerste indrukken zijn goed, en we gaan er vanuit dat we ons hier wel 5 maanden kunnen vermaken. Toen ik de volgende morgen voor de eerste keer over straat liep werd ik van top tot teen aangekeken en iedereen tuutte of zwaaide wel een keer, dit was wel normaal omdat mensen hier niet zo vaak een blanke westerling van 2 meter zien. Wat direct opvalt is dat mensen hier veel rijst eten. 3 keer per dag, wordt er rijst opgeschoteld met bijvoorbeeld kroepoek, kip of vis. De hele omgeving rond de stad is ook bezaaid met rijst, je ziet bijna overal waar je kijkt wel rijstterrassen of te wel sawa’s en op elke straathoek staat wel een kraampje waar je een portie rijst met alles er op en eraan voor zo’n omgerekend 60 eurocent kunt kopen. Neem er dan nog een portie saté stokjes bij en je bent in totaal 70 eurocent kwijt. Bali staat verder bekend om het prachtige weer en de nog zo mooiere natuur, je vind veel witte zandstranden, palmbomen langs elke straat, vulkanen, mooie rijstterrassen, watervallen en tropische dieren. Ook de religie speelt een belangrijke rol op Bali. Veel mensen zijn, in tegenstelling tot andere Indonesische eilanden Hindoestaans en daardoor erg vriendelijk en behulpzaam. Je vindt er kleine tempeltjes op elk erf en de trottoirs en voetpaden liggen aan het eind van de dag bezaaid met offers van de lokale bevolking. Wat soms een nadeel kan zijn, en tegelijkertijd ook weer een charme van het land is dat de bevolking leeft van dag tot dag en volgens het idee van wat vandaag niet komt, komt morgen wel, het werktempo ligt dan ook niet al te hoog. Als voorbeeld neem ik het feit dat ik op een dag voor het loket van de immigratiedienst stond voor de verlenging van mijn visum, met een rij van ongeveer 20 mensen voor me. Via-via werd ik uiteindelijk wat voorgetrokken en liep ik eerder dan gedacht door het kantoor waar ik de felbegeerde stempels moest krijgen, het bleek dat 2 van de 3 mannen in strak uniform patience aan het spelen waren. Verder maakt de bevolking zich ook nergens druk om en zijn ze al met weinig tevreden. Regelmatig zie je dan mensen zichzelf, hun kinderen en hun koe die op het land wordt gebruikt wassen in een sloot langs de weg. Als je dan van je scooter stapt en volbewondering staat te kijken zwaaien de mensen met een big-smile op hun gezicht naar je terug.

 

Hoe makkelijk kan het leven zijn!